|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
In het voetspoor van Pierre Cuypers
Pierre Cuypers kent zelf een aantal voorbeelden en een aantal vrienden
die hem inspireren of als klankbord dienen, maar uiteraard is het aantal
personen die hem als voorbeeld zien nog veel groter.
We laten zijn leermeesters langskomen, beschrijven zijn vrienden en
compagnons en benoemen zijn grootste concurrenten. Bovendien zijn
een groot aantal architecten in zijn voetspoor getreden; zijn
familie, architecten die door Cuypers geinspireerd zijn en
zijn navolging in Roermond.
|
|
|
|
|
|
|
Leermeesters
Durlet, Stoop en Berckmans
Geen voetspoor zonder wegbereiders... Cuypers' liefde voor de gotiek
en andere middeleeuwse bouwstijlen wordt aangewakkerd door zijn
docenten aan de Antwerpense Academie voor Schone Kunsten. Het zijn de
Belgische pioniers van de neogotiek, beeldhouwer en architect Frans
Andries Durlet, architect Frans Stoop en architect Ferdinand Berckmans
tijdens de studie bouwkunde.
Eugène Emmanuel Viollet-le-Duc
De Franse architect en architectuurtheoreticus Viollet-le-Duc werd als
een van de belangrijkste grondleggers van de neogotiek gezien. In 1854
volgt Pierre Cuypers enkele lessen bij hem in Frankrijk. Het wordt de
start van vele gedachtenuitwisselingen over middeleeuwse bouwkunst en
de start van een goede vriendschap. De beide grootheden delen de
bouwkundige visie om de middeleeuwse gotiek in hun werk te vervolmaken.
|
|
|
|
|
|
|
Vrienden en compagnons
François Stoltzenberg
In 1852 wordt Pierre Cuypers compagnon van de Roermondse textielfabrikant
en handelaar in kerkbenodigdheden François Stoltzenberg; ze richten gezamenlijk
de 'ateliers voor gewijde beeldhouwkunde' op. In 1853 start de bouw van de
werkplaatsen plus woonhuizen in Roermond, aan de Maastrichterweg, net buiten
het stadcentrum. De families Cuypers en Stoltzenberg worden hier dus tevens
buren, in een complex dat de neogotische visie van Cuypers fraai verwoord. Het
complex herbergt tegenwoordig het Stedelijk Museum Roermond.
Joseph Alberdingk Thijm
De prominente katholieke Amsterdamse schrijver/dichter Joseph Alberdingk Thijm beschrijft
in het vooraanstaande blad "Dietsche Warande" de neogotiek van Cuypers als
de ware katholieke architectuur. Het is een belangrijke steun voor Cuypers om
zich binnen de ontluikende katholieke wereld te profileren en opdrachten te
verwerven. Er ontstaat een grote vriendschap tussen beide. Alberdingk Thijm
is hoogleraar esthetiek en kunstgeschiedenis aan de Rijksacademie voor Beeldende
Kunsten van Amsterdam en heeft met zijn publicaties ook invloed op Cuypers
als architect. In 1859 trouwt Cuypers met Alberdingk Thijm's zuster Antoinette
en worden ze zwagers.
Victor de Stuers
De Maastrichtenaar Jonkheer mr. de Stuers wordt algemeen beschouwd als
de oprichter van de Nederlandse monumentenzorg. Hij adviseerde, als referendaris
(hoofdambtenaar) opeenvolgende ministers van 1875 tot 1901 over de instandhouding
van historische bouw- en kunstwerken en zorgt daarmee o.a. voor de oprichting van
het College van Rijksadviseurs voor de monumenten van geschiedenis en kunst. De
katholiek de Stuers vindt in Cuypers een gelijkgeaarde vriend. Cuypers wordt in
1875 lid van dit vooraanstaand college, waardoor hij grote zeggenschap krijgt over
de toekenning van rijkssubsidies voor restauratiewerken. De vriendschap met Victor
de Stuers is bovendien instrumenteel in het verwerven van de opdrachten voor de
herbouw van Kasteel de Haar en
het Rijksmuseum.
|
|
|
|
|
|
|
Concurrentie
Alfred Tepe
Landelijk blijkt de Amsterdammer Alfred Tepe de grootste concurrent van Cuypers. Tepe vestigt zich
uiteindelijk in Utrecht, waar hij veel van zijn ruim 70 neogotische kerken bouwt, als
beschermeling van Utrecht's aartsbisschop Schaepman. Cuypers bouwt hierdoor uiteindelijke
geen enkele nieuwe kerk in het bisdom Utrecht. In tegenstelling tot Cuypers houdt Tepe
vast aan de oorspronkelijke Nederrijnse gotische bouwstijl. Hij moderniseert niet, zoals
Cuypers wel doet. In het Friese Heeg bouwt Cuypers de Sint Jozefkerk (1876) na een competetie
met o.a. Alfred Tepe. Cuypers wordt daarbij wel verplicht om een aantal onderdelen van het
ontwerp van Tepe te verwerken in de uiteindelijke bouwvorm...
Carl Weber
Op het vlak van neogotische bouw en restauratie van kerken is de van oorsprong
Duitse Carl Weber, zijn grootste locale concurrent. Weber bouwde waarschijnlijk de eerste
neogotische kerk in Nederland (de parochiekerk O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen
in Amstenrade, 1853), maar moest het uiteindelijk afleggen tegen Cuypers.
De van oorsprong uit Keulen afkomstige Weber vestigde zich in Cuypers' stad
Roermond, omdat zijn echtgenote Roermondse was. Hoewel zakelijke overwegingen
aan de verhuizing van Cuypers naar Amsterdam ten grondslag lagen - in Amsterdam
zat hij dichter bij de rijksopdrachten - wordt ook weleens verteld dat Cuypers
de locale competitie met Weber niet aan wilde gaan, bovendien in de tijd dat
Cuypers het nodige commentaar (ook van Weber) kreeg op zijn ingrijpende
restauratie van de Munsterkerk.
|
|
|
|
|
|
|
Navolging
Familie
De directe opvolger van Pierre Cuypers is zijn eigen zoon, Jos Cuypers.
Gezamenlijk werken ze aan talloze gebouwen. Wanneer Pierre Cuypers in 1894
vanuit Amsterdam weer terugkeert naar Roermond, neemt Jos de leiding in
Amsterdam over. Jos is als architect gevormd op de Polytechnische Hogeschool
in Delft, niet "thuis op kantoor". Toch houdt ook zoon Jos stevig vast
aan de neogotiek, ten minste tot zijn associatie met architect Jan Stuyt,
waarna meer en meer neoromaanse werken worden gerealiseerd. Op naam van
Jos Cuypers staan tientallen kerken, waaronder de Sint-Bavokathedraal te
Haarlem en een toenemend aantal reguliere gebouwen. Meest prominente
gebouw van de hand van Jos Cuypers is de effectenbeurs in Amsterdam.
De zoon van Jos die eveneens architect wordt heet (uiteraard) Pierre...
Pierre Cuypers jr. werkt in expressionistische stijl. Hij associeert zich
in 1920 met zijn vader Jos. Ook neef Eduard Cuypers treedt in de voetsporen
van zijn beroemde oom. Hoewel hij bij zijn oom werd opgeleid, kenmerkt zijn
werk zich aanvankelijk door neorenaissance stijl en Jugendstil. Hij vestigt
zich in 1881 in Amsterdam, waar vanuit zijn kantoor de Amsterdamse School
zijn ontstaan viert door o.a. zijn medewerkers Michel de Klerk, Jan van der
Mey en Piet Kramer.
Beïnvloedde architecten
Cuypers leidt in zijn kantoren vele later toonaangevende architecten op,
o.a. Karel de Bazel (Vredespaleis in Den Haag), Evert Margry (Petrus en
Pauluskerk in Leidschendam) en Cornelis Peters (hoofdpostkantoor in Amsterdam),
E. Corbey (kasteel Groot Buggenum in Grathem en het Heilig-Hartklooster in Reuver),
en Caspar Franssen (ruim 40 kerken, waaronder de Heilig-Hartkerk in Roermond).
Cuypers' invloed beperkte zich niet alleen tot zijn vele eigen leerlingen,
ook architecten als Berlage en Michel de Klerk zijn in grote mate beïnvloed
door Pierre Cuypers.
Hedendaagse Roermondse navolging
Ook tegenwoordig is Cuypers' Roermond een uitvalsbasis voor architectuur
en bouwkundig vakmanschap. O.a. Engelman Architecten en Kern Architecten
tekenen in Roermond voor talloze grootse gebouwen in heel Nederland. Het
Roermondse bouwbedrijf van Tom Loven is heel concreet in het voetspoor van
Cuypers getreden: ook hij heeft de Roermondse Munsterkerk en St. Christoffel
Kathedraal gerestaureerd, overigens zonder ingrijpende wijzigingen zoals zijn
voorganger wel heeft gedaan. Loven is ook betrokken geweest bij de restauratie
van het grafmonument van Cuypers en is lid van de Vakgroep Restauratie, een
branche-organisatie van 32 gerenommeerde Nederlandse restauratiebedrijven.
|
|
|
|
|
|
|
|
|