Terug naar de voorpagina






Centraal Station Amsterdam

Dr. Pierre Cuypers is de eerste bekende architect die in Nederland een station mag ontwerpen. Voorheen werden de stations door ingenieurs van Nederlandse Spoorwegen getekend. Het Centraal Station van Amsterdam is echter van zo'n belang voor Nederland en ligt op een dusdanig markante plaats in Amsterdam, dat er besloten wordt om een toonaangevend architect voor het bouwwerk te vragen. In 1876 krijgt daarom dr. Pierre Cuypers de opdracht, die hij in de inmiddels van hem welbekende stijl en wijze uitvoert. Gelijkenissen met het Rijksmuseum in Amsterdam, eveneens van Pierre Cuypers, zijn dan ook geen toeval.

Om "de nieuwe stadspoort" van Amsterdam stevig neer te zetten plaatst Cuypers twee torens aan weerszijden van de hoofdingang. Deze nieuwe toegangspoort van de hoofdstad markeert (en bebouwd) het eeuwenoude open havenfront van Amsterdam en vergt mede daardoor de nodige grandeur. Ook dit is een reden om de opdracht aan Pierre Cuypers te geven. Het ruim 300 meter lange gebouw wordt op drie aangeplempte eilanden in het IJ gebouwd. Daarbij wordt het, zoals zoveel gebouwen in Amsterdam, op houten palen geplaatst (exact 8.687 palen). Er wordt van 1881 tot 1889 gewerkt aan de bouw van het station met zes perrons met in totaal 15 sporen. De oostzijde herbergt het Koningspaviljoen (de hedendaagse Koninklijke Wachtkamer), inclusief stalling voor de koninklijke koetsen.

Op 15 oktober 1889 vond de grandioze opening plaats. Op dat moment is ook de 45 meter brede overkapping klaar, die bij de oorspronkelijke oplevering in 1884 nog ontbrak. De overkapping is ontworpen door ir. Eijmer (in dienst van de Nationale Spoorwegen). Toch weet Cuypers ook hier zijn stempel op te zetten: de vele decoraties aan de kap zijn afkomstig van zijn tekentafel en werkplaatsen.

Website Bureau Monumenten Amsterdam


© Werkgroep Pierre Cuypers, Roermond